Schaken is geestelijk gezond

Als er geschaakt wordt, ben ik graag van de partij. Stad Leuven wil dé schaakstad van België worden!

Mijn pleidooi – en die van vele anderen – voor het introduceren van de schaaksport op publieke plaatsen werd door sp.a Leuven opgenomen in haar partijprogramma en is nu in wording. De volgende stappen zijn schaaktafels in parken of op pleintjes waar mensen – jong en minder jong – elkaar vinden voor het beoefenen van deze sport. De schaaksport verbindt mensen over de hele wereld. Een dame die gisteren kwam toekijken zei het zo: schaken brengt mensen bij elkaar, je hoeft elkaars taal niet eens te kunnen spreken.

Een speciale waardering voor Jan Callewaert die Leuven op de internationale schaakkaart heeft geplaatst met het internationale schaaktoernooi “Your Next Move” dat deel uitmaakt van de Grand Chess Tour in vier wereldsteden: Paris, London, Saint Louis en… Leuven! De allerbeste schakers – inclusief Kasparov – komen jaarlijks naar Leuven om te schaken in het stadhuis, een geweldige verwezenlijking! Het toernooi gaat trouwens steeds gepaard met speciale aandacht voor de jeugdige spelers. Schaakgrootmeesters spelen voor de start van het toernooi simultaan tegen kinderen. Zeg maar een opwarmer voor het grotere werk.

De schaaksport is een zeer democratische en toegankelijke denksport en een aanrader voor kinderen. In Leuven zijn er schaakclubs die veel inspanningen leveren in het opleiden van kinderen en jongeren tot enthousiaste schaakspelers. Schaken versterkt het concentratievermogen, het tactisch en strategisch denken en, wat vaak vergeten wordt, een gezonde dosis creativiteit én passie!

Opgelet: Schaken is niet voor ‘softies’. Een voetbalveld afrollen met een geveinsde blessure om tijd te winnen, zie je bij het schaken nooit gebeuren…

http://www.robtv.be/nieuws/leuven/spelplezier-de-stad-dankzij-reuzenschaakborden

Centraliseren is passé

Vandaag heb ik samen met de gewestelijke secretaris van Oost-Vlaanderen Franky Heyerick een bezoek gebracht aan de medewerkers van directie Stations in het Flandria-gebouw tegenover het station van Gent-Sint-Pieters. Deze mensen – en hun gezinsleden – worden dra geconfronteerd met een zoveelste centralisatie bij de spoorwegen. Ook andere diensten hebben het mogen of zullen het moeten ervaren.
In een vorige FB-post heb ik reeds verwezen naar de mensen in Hasselt die verplaatst worden naar Antwerpen of Brussel.

In tijden waar een gezonde combinatie van gezin en werk door alle arbeidsspecialisten aangeprezen wordt in functie van werkbaar werk, waar vele bedrijven kiezen voor decentralisatie ten gunste van de mobiliteit, de dienstverlening en work-life-balance van het personeel, kiest de NMBS voor een ouderwetse aanpak: centraliseren. Er zijn bedrijfsspecialisten die een dergelijke organisatiestructuur ronduit “passé” vinden.

We werden in het Flandria-gebouw verwelkomd door een vijfentwintigtal medewerkers die op een serene manier hun bezorgdheid hebben geuit. Opvallend: deze mensen uitten niet alleen hun bezorgdheid over hoe ze hun dagelijkse familiale verantwoordelijkheden moeten organiseren (kinderopvang, kwaliteitsvolle tijd voor kind en partner, het dagelijks koken van een gezonde gezinsmaaltijd op een deftig uur, …) maar ook tot de kwaliteit van hun dagelijkse job, de interne en externe dienstverlening naar collega’s en klanten toe.

Er werden concrete voorbeelden aangebracht waaruit blijkt dat de centralisatie zal leiden tot een verminderde dienstverlening. Medewerkers van directie Stations kennen hun lokale klanten als geen ander en onderhouden deze contacten door een persoonlijke aanpak te hanteren. Een verplaatsing naar Brussel zal dit persoonlijk contact onmogelijk maken.

Je kunt de vergelijking doortrekken naar operationele diensten die eveneens gecentraliseerd werden en waardoor de interne en externe communicatie alleen maar verslechterd is. Directie Transport wil bijvoorbeeld ondersteunende diensten van treinbesturing (permanentie en diensttabel) centraliseren en refereert aan de centralisatie van dezelfde diensten bij treinbegeleiding, wat volgens de directie een succes was.

Een succes? Ik geef graag het woord aan de treinbegeleiders…

Onderzoekssyndicalisme

De centralisatie van verschillende diensten van onder andere directie Stations naar Gent, Antwerpen en Brussel zal een zware impact hebben op het gezinsleven van vele medewerkers. Dichtbij huis werken is geen overbodige luxe in een tijdgeest waar flexibel werken vooral ten gunste is van de werkgever. Alhoewel, er zijn werkgevers die de noodzaak van dichtbij huis werken bijzonder goed begrijpen en inzetten op telewerken, lokale kantoorruimtes, filialen, … enzovoort.

Er zijn zelfs bedrijven die zich specialiseren in het aanbieden van vervangende werkplekken, kantoor- en vergaderruimtes, en dan nog vooral in stationsgebouwen waar ze ruimtes afhuren van directie Stations. Dergelijke bedrijven spelen terecht in op de vraag naar dichtbij huis werken én in functie van het openbaar vervoer. Een kwaliteitsvolle gezinsleven wordt hierdoor gecombineerd met milieubewust ondernemen. Een win-win noemen ze dit binnen managementkringen.

Op de nationale paritaire subcommissie (NPSC) heb ik de vraag gesteld wat directie Stations zal doen met de vrijgekomen ruimtes in het station van Hasselt gezien ze haar eigen personeel verplaatst naar Antwerpen, Gent of Brussel. Een verplaatsing dat dagelijks tot meer dan drie uur zal vergen. Ik heb tevens de bedenking gemaakt hoe sarcastisch het zou zijn mocht directie Stations de vrijgekomen ruimtes in het stationsgebouw verhuren aan een bedrijf dat vervangende werkplekken aanbiedt aan mensen die dichtbij huis willen werken. De vertegenwoordigers van de NMBS in de NPSC hebben mijn vraag genotuleerd en zullen hierop antwoorden op de volgende NPSC.

Gezien ik een aanhanger ben van onderzoekssyndicalisme, heb ik zelf het initiatief genomen om, ahum, “deep undercover”, contact op te nemen met het bedrijf dat vervangende werkplekken aanbiedt in verschillende stations (Leuven, Gent-SP, Antwerpen Centraal, Sint-Niklaas, Liège-Guillemins, Brussel Centraal, Brussel Zuid,…).

Het moet gezegd, ik kreeg een snelle respons van de ‘senior account manager’ op mijn vraag of er een vervangende werkplek aangeboden zal worden in het station van Hasselt: “Er wordt op dit moment inderdaad gekeken naar een locatie in de stationsomgeving.”

Wedden dat het station Hasselt zelf betreft?

Mijn naam is Bond. Vak Bond. 😎

Schaakbal

De wedstrijd Frankrijk-België wordt vergeleken met een schaakpartij waarin de Franse coach de beste schaker zou zijn.

De “Franse verdediging” is als schaakopening weliswaar gekend als een solide verdediging met een beperkte speelruimte, “tijd winnen” daarentegen is bij het schaken onbestaande. Zelfs niet en-passant.

De schoonheid van een schaakpartij kan, ook in verdedigend opzicht, nooit overtroffen worden door de tactiek van de Franse bondscoach in deze wereldbeker. De wijsheid van een schaker herken je in de aanvalskracht van zijn pionnen.

Het is bovendien onwerkelijk dat een uitsluitend verdedigend spelende schaker een partij zou kunnen winnen. Hooguit remise is zijn deel. Waarom? Schakers houden te veel van het spelletje en gaan er voor. Schakers zijn geen softies.

Goed om weten. De Engelse schaakopening situeert zich op de flanken.

Er moet me iets van het hart

Binnen de Belgische spoorwegen wordt het dossier van de herwaardering van onze collega’s treinbestuurders heftig bediscussieerd op de werkvloer en op de sociale media.

Ik ga hier niet het discours houden welke vakbond het bij het rechte eind heeft en welke niet, het gaat me om de emoties die eruit vloeien. Emoties die collega’s diep kwetsen. Zowel bij treinbestuurders onderling als over de verschillende beroepscategorieën heen.

Er zijn militanten – van welke vakbond dan ook – die hard en persoonlijk aangepakt worden door collega’s die een andere mening hebben. De bewoordingen zijn ruimschoots gekend en hoeven niet herhaald te worden. Ik kan niet sterk genoeg benadrukken hoe erg ik dit vind. Een militant verdient het gerespecteerd te worden op de werkvloer. Militanten steken hun vrije tijd in het verdedigen van de waarden van hun vakbond en het waken over het welzijn van de collega’s op de werkvloer. Vrijwilligerswerk moet te allen tijde gewaardeerd worden.

Verschil in mening kan en moet op een correcte en respectvolle manier geuit worden. De dingen die ik meer en meer lees op de sociale media doen mijn spoorweghart bloeden. Populisme is bon ton geworden, alsook het verspreiden van onjuiste informatie, zeg maar nepnieuws. Zij die de Belgische spoorwegen willen ontmantelen, genieten er ongetwijfeld volop van.

En toch. We kregen onlangs een warme reactie van een spoorwegman op onze opinie waarin we de centralisatie van operationele diensten aan de kaak stelden, een tekst die we schreven op basis van feedback van onze militanten op het terrein. Zijn reactie:

“Jullie artikel ‘Centralisatie van de operationele diensten’ vat op een perfecte, rationele en vooral niet populistische manier de problemen samen waarmee wij (allen) geconfronteerd worden. Hartelijk dank voor jullie inzet en moeite. Als onze directie gezond verstand zou hebben, zouden ze dit artikel boven hun bed moeten hangen en dagelijks herlezen. Dit is geen populistische praat, maar een oplossing voor zowel personeel als reizigers!”

Wel, dat is de spoorwegsolidariteit waar we met ons allen voor gaan. Over vakbondsgrenzen en beroepscategorieën heen. Daar moeten we verder aan werken met respect voor ieders standpunt.

Door de geschiedenis heen hebben de spoorwegen -waar dan ook- steeds een gemeenschappelijke opdracht uitgevoerd.

Mensen verbinden.

Wat lees ik vandaag in ‘De Tijd’?

Frontpagina

“Rijke zakenfamilies omzeilen effectentaks: De meest vermogende Belgische families schuiven met hun aandelen in beursgenoteerde bedrijven om aan de effectentaks te ontsnappen…”

“Weer Europese oorveeg voor regering Michel: België krijgt vandaag alweer een bar slecht Europees rapport. Ons land heeft de afgelopen twee jaar veel te weinig gedaan om de begroting structureel gezond te maken…”

Pagina 2 – ‘Commentaar Redactie De Tijd
“Achterpoort: Van de grote achterpoort die de regering-Michel zelf in de effectentaks heeft ingebouwd, wordt op grote schaal gebruikgemaakt…”

Pagina 3
“Vooral rijkste Belgen ontvluchten effectentaks: Hoe groter hun vermogen, hoe meer de rijke Belgen zich inspannen om de effectentaks te ontlopen. Dat blijkt uit een rondvraag bij de banken…”

Rechts Vlaanderen werpt op dat De Tijd een linkse gazet is.

https://www.msn.com/nl-be/financien/nieuws/rijke-zakenfamilies-omzeilen-effectentaks/ar-AAxFQjh?ocid=ientp

Opinie: Genoeg plaats op de Parking, en toch verhuizen naar ‘t Stad…?

Bedrijven decentraliseren meer en meer in functie van mobiliteit en aanwervingen, toch blijft de NMBS vasthouden aan een conservatief centralisatiebeleid. Een concreet voorbeeld is de provincie Limburg die hierdoor een spoorwegwoestenij wordt. Niet alleen in spoorwegaanbod, maar ook aan spoorwegarbeidsplaatsen. Reizigers krijgen nog minder dienstverlening in de Limburgse stations en het treinaanbod beantwoordt niet aan de noden van de reizigers. Reeds enkele maanden tracht ACOD Spoor met de Limburgse militanten de directie te overtuigen haar plannen te wijzigen.

De work-life-balance van de Limburgse spoorwegman en -vrouw wordt door elkaar geschud. De rittijden van Hasselt naar Antwerpen variëren van 1u19 tot 1u43 enkele reis. En dan houden we nog geen rekening met werktijden buiten de klassieke 9-to-5. Antwerpen kent bovendien een mobiliteitsprobleem. De wegen naar Antwerpen zijn nu reeds dichtgeslibd.

Het personeel van directie Stations heeft jaren moeten werken in het verwaarloosde stationsgebouw van Hasselt. Op het moment dat er eindelijk acties worden ondernomen om het station te renoveren, moet het personeel verhuizen naar Antwerpen of Brussel. Wat is de meerwaarde van deze nutteloze verhuis naar Antwerpen? We vermoeden dat dit louter een budgettaire maatregel is, maar vernemen eveneens dat er mogelijks lokalen dienen gehuurd te worden in Antwerpen om iedereen te kunnen huisvesten. Indien zo, wat is dan de budgettaire meerwaarde?

De verkeersinfobedienden die onlangs van Leuven naar Hasselt zijn verhuisd, kunnen hun koffers opnieuw pakken om naar Antwerpen te gaan. Is het niet raadzamer om de organisatiestructuur van de verkeersinfobedienden af te stemmen op die van Infrabel?

De planning en permanentie van treinbesturing in Hasselt – twee belangrijke ondersteunende communicatie- en regelorganen voor 400 personeelsleden – moet eveneens naar Antwerpen verhuizen. Het argument dat dit gewerkt heeft bij treinbegeleiding is bijzonder misplaatst. Vraag het aan elke treinbegeleider: de centralisatie van de permanenties en de diensttabellen is een miskleun van formaat geworden met betrekking tot de stiptheid en de communicatie, zowel intern als naar de reiziger toe. Als de directie dan durft beweren dat de centralisatie gewerkt heeft, bewijst men dat de bedrijfscultuur nog steeds top-down is!

De voorbije jaren heeft de NMBS verschillende operationele centralisaties doorgevoerd, steeds met het argument dat de stiptheid en communicatie er beter zouden van worden. De directie pocht steeds met de boutade “meten is weten”. Wel, de stiptheidscijfers zijn klaar en duidelijk. We hebben met veel aandacht het artikel in het personeelsblad B&YOU van juni 2017 gelezen met de boodschap dat er geluisterd wordt naar de reizigers. We hebben nochtans een sterk vermoeden dat de waardering van de reizigers in 2018 niet verbeterd is. Met de reizigers praten op het perron en in de trein is voldoende.

De niet verzekerde aansluitingen en een opeenvolging van afgeschafte treinen zijn een bron van ergernis. Een gestroomlijnde communicatielijn zou dergelijk ergernissen vermijden. In het verleden werden lokaal oplossingen aangereikt. Vandaag bestaat die lokale ondersteuning niet meer. Zeker tijdens crisismomenten is dit voelbaar. Het evacueren van reizigers uit een trein in nood duurt veel langer dan vroeger het geval was.

De communicatiedoorstroming is onvoldoende en niet op maat van personeel en reiziger. De huidige communicatie- en regelorganen kunnen de oproepen immers niet aan. Het is onbeheersbaar geworden. Het betrokken personeel doet haar uiterste best, maar wordt geconfronteerd met haar beperkte mogelijkheden. Frustraties en een gevoel van gefaald te hebben zijn hiervan het gevolg.

Wat het directiecomité van de NMBS niet begrijpt, is dat stiptheid niet alleen secondenwerk is, maar vooral mensenwerk. De lokale knowhow is onontbeerlijk om lokale problemen aan te pakken. De eerstelijns-ondersteuning met een persoonlijke band is cruciaal. De welzijnsbevraging duidt dit haarfijn aan: het operationeel personeel voelt zich niet optimaal ondersteund door de organisatie. De centralisatie van operationele diensten presenteert haar rekening.

We verwijzen -spijtig genoeg- naar de ramp in Pukkelpop in 2011 waar een noodweer voor dramatische toestanden zorgde. De Belgische spoorwegen hebben een snelle evacuatie van de festivalgangers verzekerd dankzij de lokale regelorganen in Hasselt en het personeel ter plaatse in Kiewit die op elkaar afgestemd waren door de collectieve knowhow. De kanalisatie en opvolging van de evacuatie werd in sneltempo verwezenlijkt. Het betrokken personeel kwam vrijwillig op om te helpen. Er moest niemand opgeroepen worden. De waardering van de festivalgangers was buitengewoon hoog.

De CEO van de NMBS heeft de voorbije maanden moedige beslissingen genomen door geldverslindende projecten stop te zetten. ACOD Spoor heeft op het Strategisch Bedrijfscomité gepleit voor een decentralisatie. We zijn ervan overtuigd dat de CEO nieuwe argumenten heeft gekregen om over na te denken. We hebben haar het advies gegeven om outside the box te denken en verkeerde beslissingen uit het verleden niet te herhalen, maar te corrigeren: stop met centraliseren om budgettaire redenen (Stations), synchroniseer de NMBS-communicatiekanalen met die van Infrabel (verkeersinfobedienden), behoud de lokale permanentie en diensttabellen van treinbesturing en decentraliseer die van treinbegeleiding. En durf tevens de vraag stellen: wat is de efficiëntiewinst op directieniveau?

De politiek weigert een eenmaking van het bedrijf waardoor de NMBS, HR-Rail en Infrabel onmogelijk een performant spoorwegaanbod en maximale dienstverlening kunnen garanderen. Maar NMBS en Infrabel kunnen en moeten hun communicatie- en regelorganen maximaal op elkaar afstemmen. En dat gaat niet wanneer de ene partner operationeel meer centraliseert dan de andere.

Het complexe raderwerk van de spoorwegen kun je immers vergelijken met een orkest. Alle spoorwegbedienden hebben hun eigen talenten, net als de muzikanten, en trachten samen een prachtig werkstuk af te leveren.

Helaas, de talenten van het spoorwegpersoneel worden volop belemmerd door de structuur van ons spoorwegbedrijf. In tegenstelling tot een symfonisch orkest, wordt het spoorwegpersoneel immers geconfronteerd met drie partituren en drie dirigenten. Een spoorwegkakofonie waar elke spoorwegman en -vrouw triest van wordt.

Net als de toehoorder: de reiziger.

Een Britse treinbegeleider heeft meer dan één kleerkast… Waarom?

De voorbije dagen vergaderde ik samen met Europese collega’s die eveneens aangesloten zijn bij de Europese transportvakbond ETF (European Transport Workers’ Federation).

Mijn collega’s die vandaag reeds ervaring hebben met een geliberaliseerde en geprivatiseerde spoorweg, wisselden ervaringen uit over toestanden waar zowel de personeelsleden als de reizigers het slachtoffer van zijn: verslechterde werkomstandigheden en loonvoorwaarden voor het personeel, verhoogde tarieven en minder reiscomfort voor de reizigers. Enkel de aandeelhouders van de private spoorwegbedrijven zijn tevreden. Ze nemen dan ook nooit de trein.

Een collega treinbegeleider van een Britse vakbond had wel verheugend nieuws. Zijn spoorwegbedrijf “East Coast Mainline” is namelijk opnieuw genationaliseerd en in publiek bezit gekomen nadat private ondernemingen faalden in hun openbare dienstverlening. Hij legde de klemtoon op “opnieuw”, want eerdere nationalisaties hebben steeds geleid tot een wederverkoop aan private bedrijven op het moment dat het spoorwegbedrijf weer winst begon te maken. De gekende modus operandi van de Britse conservatieve regeringspartij.

Ondertussen puilt de kleerkast van onze Britse treinbegeleider uit met verschillende uniformen. De overnames gaan immers telkens weer gepaard met een nieuw uniform… Een zalmkleurig uniform werd hem tot heden bespaard.

Er zijn in de UK ongeveer een dertigtal verschillende private spoorwegbedrijven die een monopoliebezit hebben op de hen toegewezen spoorlijnen. Ze krijgen publieke gelden als subsidie. De Britse spoorwegen zijn vandaag duurder dan ooit. Reizigers betalen niet alleen hogere abonnementen en tickets; via hun belastingsbijdrage vloeit er ook extra geld naar de gesubsidieerde private spoorwegondernemingen.

Britse politieke ‘humor’ kan wel degelijk een kostelijke grap zijn.

Negeren

Soms is de woordkeuze wel echt ongelukkig. Of het nu moedwillig of onbewust is.

Een krantenkop als deze doet treinbestuurders bijzonder veel onrecht aan. In het artikel lees ik bovendien: “De machinist die het rood sein negeerde…”

Treinbestuurders “negeren” een rood sein niet. Het gebruik van “negeren” heeft een negatieve bijklank alsof een treinbestuurder moedwillig een sein voorbijrijdt. Ik heb jaren gewerkt met treinbestuurders en wens graag te benadrukken dat deze mensen enorm bezig zijn met de veiligheid van de reizigers en collega’s. Net als alle spoorwegvrouwen en -mannen met een veiligheidsfunctie, of het nu in de trein, in het station of op het seinhuis is.

Ik heb de persdienst van de NMBS gecontacteerd met betrekking tot het gebruik van “negeren” in de media. De persdienst heeft me verzekerd dat ze in haar persberichten de term “seinvoorbijrijding” of “een trein die door een rood sein is gereden” gebruikt. “Negeren” wordt niet gebruikt omdat het even goed kan zijn dat een sein voortijdig is dichtgevallen.

Ik lees graag kranten en besef dat journalisten meer dan ooit onder druk staan sinds de online media de snelheid van de waan van de dag bepaalt. De koppen moeten bovendien opvallen. Vaktaal wordt dan gemakshalve “genegeerd”. Maar ik vraag hen toch rekening te houden met de woordkeuze. En het moet gezegd, ik heb positieve ervaringen met journalisten die een aangegeven fout onmiddellijk aanpassen op de site.